Economie

Inzetten op de creatie van economische meerwaarde

Vandaag wordt in Vlaanderen sterk gefocust op transport (met name de automobiliteit) als speerpunt van het economisch beleid. Dit legt zware druk op een al overbelast wegennet. Het verhoogt de nood aan de aanleg van 'missing links', het verhoogt de jaarlijkse onderhoudskosten voor ons wegennet en bedreigt de schaarse en waardevolle vrije gronden langs belangrijke verkeersassen (zoals de E40 en E17), die worden ingepalmd door overslagterreinen.

Groen wil een ander economisch beleid. Waar vandaag de nadruk ligt op transport en overslag, wil Groen sterk inzetten op innovatie, de maakeconomie, circulaire economie, deeleconomie, met oog voor de reële meerwaarde voor mens en milieu. Vlaanderen is één van de hoogst geschoolde en meest productieve regio's ter wereld. Als provincie kunnen we die troeven verder uitspelen. Dit willen we doen door innovatie te ondersteunen, duurzame bedrijventerreinen te ontwikkelen, starters te ondersteunen en kansen te geven aan mensen met een kwetsbare positie op de reguliere arbeidsmarkt. Op die manier kan de provincie mee vorm geven aan een duurzame, kleinschalige economie.

Ontwikkeling van duurzame bedrijventerreinen en starterscentra

Sommige provincies hebben via hun Provinciale Ontwikkelingsmaatschappijen (POM) heel wat bedrijventerreinen in handen. In andere provincies zijn het vooral de streekintercommunales die deze rol opnemen. De provincie kan een sturend, dan wel stimulerend beleid voeren voor het verduurzamen van de bedrijventerreinen. Het gaat dan over het verhogen van de efficiëntie op vlak van energie-, water-, grondstoffen- en ruimtegebruik.

  • Een bedrijventerreinmanager kan actief op zoek gaan naar energiebesparende maatregelen
  • Inzetten op verduurzaming betekent onder andere: delen van diensten en infrastructuur op bedrijventerreinen, werk maken van efficiënt ruimtegebruik en het sluiten van materiaalkringlopen, inzetten op een brede waaier aan vervoersmodi (spoor, water, auto, openbaar vervoer,…) en van bij de opstart met de openbare vervoersmaatschappijen onderhandelen voor de ontwikkeling van een mobiliteitsplan.
  • We zetten in op het hergebruik van brownfields en doen vooraf een mobiliteitsanalyse. Inplanting van nieuwe bedrijventerreinen gebeurt enkel op plaatsen waar duurzaam transport mogelijk is.
  • Een potentieelscan brengt de potentiële energiebesparing in kaart.
  • We zetten ook in op groen-blauwe dooradering van de bedrijventerreinen waar mogelijk.

Het verduurzamen van bedrijventerreinen doen we niet in een vacuüm; we bereiken betere resultaten wanneer we in overleg gaan met nabijgelegen organisaties, bedrijven, natuurverenigingen en landbouwverenigingen. De investeringskost die deze verhoogde efficiëntie met zich meebrengt wordt ruimschoots terugverdiend door de versterkte concurrentiepositie van de bedrijven op het terrein met de nieuwe, efficiëntere infrastructuur.

  • POM Oost-Vlaanderen maakt van watergebonden stadsdistributie een speerpunt bij bedrijventerrein Eiland Zwijnaarde bij de ringvaart in Gent. Hiervoor zet het actief in op gesprekken met de betrokken partners die hiervoor kunnen zorgen, zoals SoGent, De Waterweg en innovatieve (private) spelers in de sector van de (stads)distributie Bij het verkopen van loten wordt het valoriseren van de unieke locatie aan kruising Ringvaart – (Muink)Schelde en E17-E40-R4 als belangrijkste voorwaarde genomen, boven winstmaximalisatie. Grootschalige kantoorvoorzieningen moeten op deze locatie worden uitgesloten.

Ondersteuning van starters via leegstandsbestrijding

Het is belangrijk dat de provincie kleine en startende ondernemers ondersteunt. De provincie of het lokaal bestuur kan leegstaande panden zelf huren en deze ter beschikking stellen van beginnende ondernemingen. Verder kan de provincie activeringsteams aan het werk zetten om leegstaande of braakliggende bedrijventerreinen op de markt te brengen. We geven altijd prioriteit aan het invullen van bestaande sites vooraleer nieuwe terreinen aan te snijden.

Rationeel gebruik van de middelen voor het economisch beleid

Het is logisch dat de provincies hun rol ten volle spelen in de Noord-Zuid-werking en bij het opzetten van waardevolle uitwisselingsprogramma’s. Dat sommige provincies zich ook in het kader van hun eigen economisch beleid richten op het verre buitenland (China, Vietnam,…) is een brug te ver. Het provinciaal niveau is door haar beperkte omvang en impact niet geschikt voor buitenlands beleid. Het is verstandiger dit beleid over te laten aan hogere bestuursniveaus met meer slagkracht. Zo kan men de eigen beperkte middelen in zetten voor economisch beleid met een grotere lokale meerwaarde, zoals het ondersteunen van de eigen starters.

De provincie speelt wel een actieve rol als het gaat over het aanwenden van Europese middelen via verschillende subsidieprojecten (PDPO etc.). Door sterk in te zetten op dergelijke projectfinanciering krijgt de provincie extra ontwikkelingskansen (bijvoorbeeld plattelandsontwikkeling etc) wat de welvaart en het welzijn binnen de provincie ten goede komt.

Sociale economie

Via de sociale economie kunnen mensen die weinig perspectieven binnen de klassieke arbeidsmarkt toch een omgeving vinden waar ze zich kunnen ontplooien binnen een zinvolle job. Sociale economie biedt ook een mogelijkheid voor mensen om hun loopbaan te (her)lanceren wanneer zij in een moeilijke situatie zitten. Ze kan hen helpen om hun talenten te ontwikkelen en ervaring op te doen, zodat ze na enige tijd, beter gewapend, de stap naar de klassieke arbeidsmarkt kunnen zetten. De Vlaamse regering legt vandaag sterk de nadruk op doorstroming naar het zogenaamde 'Normaal Economisch Circuit'. Omdat die doorstroming niet voor iedereen mogelijk is, wil Groen ook op provinciaal niveau aandacht hebben voor duurzame activering waarin ook arbeidszorg en vrijwilligerswerk zit vervat voor de meest kwetsbaren. Provincies kunnen de lokale besturen ondersteunen door intervisiemomenten te organiseren waarop steden en gemeenten good practices met betrekking tot duurzame activering kunnen uitwisselen. 

De provincie moet waken over een goede regionale spreiding van de verschillende projecten, met afstemming op aanwezige kansen en noden in de regio. Zo is een fietsherstel en –verhuurdienst bijvoorbeeld een goed plan in een studentenstad. Het verder zetten van bepaalde uitstervende ambachten kan dan weer aangewezen zijn in een toeristische regio, en buurtontwikkelingsdiensten, met lokale mensen als werknemer, kunnen helpen bij armoedebestrijding in kansarme buurten.

De provincies kunnen waar mogelijk zelf samenwerken met maatwerkbedrijven of bedrijven uit de sociale economie, voor diverse diensten zoals bijvoorbeeld sociale restaurants.