Inleiding

 

De bevoegdheden van de provincies zijn de afgelopen legislatuur door de Vlaamse regering ingeperkt. Nu deze knoop is doorgehakt, is het volgens Groen tijd voor de provincies om op een positieve manier met de nieuwe situatie om te gaan. Er zijn nog meer dan voldoende uitdagingen waarop de provinciebesturen een toekomstgericht antwoord kunnen bieden. Groen is geen voorstander om onder een nieuwe noemer de vroegere persoonsgebonden bevoegdheden zo maximaal mogelijk opnieuw op te pikken.

Provincies moeten niet alles willen doen. Provincies moeten focussen, zich concentreren op die taken waar zij echt een meerwaarde kunnen leveren. Een meerwaarde die vaak zal bestaan uit innoveren, coördineren of stimuleren. De voorstellen in dit programma gaan over democratie, mobiliteit, ruimte, milieu en natuur, onroerend erfgoed, wonen, economie, klimaat en energie, Noord-Zuidbeleid, landbouw, onderwijs en toerisme en recreatiedomeinen.

De provincies zijn op dit moment het democratisch verkozen niveau tussen gemeenten en gewest. Een democratisch tussenniveau is noodzakelijk, als we de bestuurlijke verrommeling willen tegengaan: de veelheid aan vaak weinig democratische en transparante intercommunales, vzw’s, en andere tussenstructuren… De gemiddelde Vlaamse gemeente maakt deel uit van maar liefst 68 van die samenwerkingsverbanden. Er moet absoluut een vereenvoudiging en democratisering komen van al die tussengelegen structuren.

Zijn de provincies het ideale tussenniveau? Op termijn sluiten democratisch verkozen stads- en streekregio’s (kleiner dan de huidige provincies) als schaalniveau volgens Groen beter bij de maatschappelijke realiteit aan. Niet als een nieuw bestuursniveau, maar als een niveau dat op termijn de provincies en vele andere tussenstructuren zoals intercommunales vervangt. Het niveau van de stads- en streekgewesten is het meest natuurlijke en het meest geëigende bestuursniveau om een vernieuwend en daadkrachtig beleid te voeren en bovenlokale diensten aan te bieden. De schaal van de provincie is dikwijls te groot en de provincie ligt voor veel mensen te ver weg. Dat blijkt ook uit de praktijk: veel provincies werken zelf in subregio's die elk hun eigenheid hebben.

Stads- en streekgewesten mogelijk maken is een uitdaging voor de Vlaamse overheid. Jammer genoeg wil de huidige meerderheid die handschoen niet opnemen. Aan de provincies ondertussen de uitdaging om die rol als democratisch verkozen tussenniveau binnen hun bevoegdheden ten volle te spelen en daarbij regionale dynamieken alvast de nodige ruimte te geven. Daarnaast kunnen we in grensregio's grensoverschrijdende samenwerking stimuleren (b.v. in het kader van de Europese Interreg-programma's).