Klimaat en energie

Het klimaatbeleid wordt de prioriteit van de provincie en vormt de essentie van de provinciale duurzaamheidswerking via verschillende sporen. Het finale streefdoel is klimaatneutraliteit tegen 2050.

Klimaatbeleid

Lokale besturen ondersteunen

De provincie neemt een actieve ondersteunende, begeleidende en faciliterende rol op ten aanzien van de steden en gemeenten op het grondgebied voor wat betreft hun lokaal klimaatbeleid. We denken bijvoorbeeld aan de opmaak en uitvoering van de klimaatplannen (in het kader van het burgemeestersconvenant). Het gaat zowel om ondersteuning op vlak van kennis en expertise, het geven van financiële impulsen, als om intervisie. Naast de lokale besturen neemt de provincie ook de bedrijven, verenigingen, scholen en burgers actief mee in de klimaatneutrale ambitie. Het klimaatbeleid van Vlaams-Brabant vormt een zeer goede inspiratiebron. 

Klimaatadaptatie

Naast een beleid om de klimaatverandering af te remmen, moeten de provincies ook aandacht hebben voor maatregelen die moeten genomen worden in het kader van klimaatadaptatie. Onze regio is heel gevoelig voor extreme weersomstandigheden die door klimaatverandering meer zullen voorkomen, zoals wateroverlast, hittegolven of uitzonderlijke stormen. Die hebben negatieve gevolgen voor de volksgezondheid, woningen, water- en energievoorziening en verhogen ons energieverbruik voor verwarming of koeling. Verstedelijkte en verharde gebieden zijn extra kwetsbaar voor extreem weer, door bijvoorbeeld het hitte-eilandeffect en de verhoogde kans op wateroverlast bij stortbuien. Daarom is een aanpak nodig die rekening houdt met ons ecosysteem ('ecosystem-based adaptation') om klimaatbuffers uit te bouwen.

De provincies kunnen een actieve rol opnemen door de steden en gemeenten te ondersteunen bij het uitwerken van een klimaatadaptatiestrategie. Dit is overigens ook een opdracht voor alle steden en gemeenten die de tweede burgemeestersconvenant hebben ondertekend. 

Verder kunnen de provincies aandacht voor klimaatadaptatie ook integreren in hun ruimtebeleid door bijvoorbeeld bijkomende ruimte voor water en buffers te voorzien, te ontharden etc.

Pilootprojecten opschalen

Piloot(klimaat)projecten met voldoende potentieel worden opgeschaald op provincie breed niveau. Zij worden als bedrijfsconcept, lokale werking of coöperatief initiatief verder begeleid zodat we de klimaatwinst kunnen vermenigvuldigen. We focussen op acties die effectief het verschil maken in CO2-winst.

Transversaal beleid

Klimaat is een transversale doelstelling en loopt als een rode draad door alle diensten. Willen we tegen 2050 klimaatneutraal zijn dan moeten we over alle bevoegdheden samen werken: klimaat gaat ook over de aankoop van milieuvriendelijke wagens, gebruik van Europees hardhout, mobiliteit, ruimtelijke ordening,...

Participatie

We zetten maximaal in op participatie, zodat burgers mee kunnen bijdragen aan het klimaatbeleid. De resultaten, acties en uitdagingen van het klimaatbeleid communiceren we nog nadrukkelijker naar burgers en stakeholders. We doen dit op een laagdrempelige, toegankelijke manier.

Energie

Ook op het vlak van energie kan de provincie blijvend een rol spelen.

Eigen gebouwen als voorbeeld

Via de eigen gebouwen moet de provincie een voortrekkersrol spelen op vlak van verduurzaming. Vanaf 2019 moeten alle overheidsgebouwen 'BEN' (Bijna EnergieNeutraal) gebouwd worden. Groen wil de ambitie scherper stellen en klimaatneutraliteit nastreven voor alle overheidsgebouwen tegen 2030. Vooruitgang in de verduurzaming van het eigen gebouwenpatrimonium wordt opgevolgd via een degelijke energieboekhouding. Door het organiseren van bezoekersdagen rond het thema verduurzaming tracht de provincie ook informatief en inspirerend te werken voor haar burgers.

Ontwikkeling hernieuwbare energie

Groen streeft naar een fossielvrije energievoorziening. De provincie zet actief in op deze energietransitie door bijvoorbeeld warmtenetscreenings aan te bieden aan de lokale besturen.

Provincies hebben een aanzienlijke impact op de ruimtelijke planning voor de inplanting van hernieuwbare energieprojecten. Jammer genoeg werkt deze planning momenteel eerder remmend dan stimulerend. Een mentaliteitswijziging is nodig. Momenteel zijn er, terecht trouwens, op Vlaams niveau al erg strenge richtlijnen rond de inplanting van projecten als windturbines (minimale afstand tot omwonenden en vluchtroutes voor trek- en roofvogels, jaarlijks maximum aantal uren slagschaduw,  maximale geluidshinder,…).  De provincie moet de ontwikkeling van hernieuwbare energie bekijken als een economische opportuniteit. Zij onderzoekt proactief welke gebieden onder welke omstandigheden geschikt zijn voor de ontwikkeling van projecten rond hernieuwbare energie. Vervolgens kan ze, in samenwerking met de lokale besturen, de nodige stappen zetten om die projecten op gang te trekken.

Samenaankoop

De provincie ondersteunt samen-aankopen. We streven hierbij maximaal naar lokaal geproduceerde groene stroom en een leverancier die enkel groene stroom opwekt.

Ethisch en duurzaam ondersteuningsbeleid

Als de provincie ondersteuning geeft, dan waakt ze er over dat de ondersteunde projecten ethisch en duurzaam zijn. Zo zijn investeringen die leiden tot monoculturen in de landbouw, schrijnende arbeidsomstandigheden of de ondersteuning van repressieve regimes uit den boze.