Milieuthema’s overstijgen vaak de gemeentegrenzen en raken aan tal van andere beleidsdomeinen. Ze vergen een goede taakverdeling en samenwerking tussen de verschillende bestuursniveaus. De provinciebesturen voeren niet enkel een eigen bovenlokaal milieu - en natuurbeleid. Ze stimuleren bestuurlijk partnerschap binnen een gebiedsgerichte werking. Ze bemiddelen tussen overheden, sectoren en publieke en private actoren binnen een bepaalde streek. Ze werken planmatig en doelgericht.
Gebiedsgericht beleid
In nauwe samenwerking met de Vlaamse Overheid, lokale besturen en betrokken verenigingen werkt de provincie aan een gebiedsgericht beleid. De provinciebesturen werken via de regionale landschappen aan duurzame natuur- en landschapszorg, en via bosgroepen aan duurzaam bosbeheer. Natuurverengingen kunnen subsidies ontvangen bij de aankoop van natuurgebieden. Bij land- en natuurinrichting werkt de provincie constructief samen met natuurverenigingen en andere partners. Gebiedsgerichte projecten zetten in op biodiversiteit en natuurherstel van ecologisch waardevolle gebieden. De versnipperde natuur wordt door de aankoop van gronden herleidt tot waardevolle aaneensluitende gebieden. In haar gebiedsgericht visie heeft de provincie aandacht voor actoren en waarden, die een meerwaarde kunnen betekenen. We denken o.m. aan beheersovereenkomsten met landbouwers, het beheer van provinciale oeverstroken door natuurverenigingen of gebiedseigen erfgoedstructuren in het landschap. Aanvullend op deze gebiedsgerichte benadering, wil Groen dat elke provincie een specifiek soortgericht beleid voert voor de bescherming van een aantal bedreigde soorten.
Erosiebestrijding
De provinciebesturen zetten in op erosiebestrijding en ondersteunen hierbij de lokale besturen. Erosiegevoelige gebieden beplanten met inheemse struiken of voorzien van grazige stroken zorgt voor een duurzame natuurlijk buffer tegen erosie en vormt een aantrekkelijke esthetische component in het landschap. Langs deze groene aders tussen natuurgebieden zullen inheemse planten en dieren zich bewegen.
Natuur- en milieueducatie
Daarnaast moeten de provincies zorg besteden aan milieu-informatie, educatie en vorming. Zowel naar de lokale besturen als naar de burgers en verenigingen. Natuur- en milieueducatie (NME) krijgt vorm in de provinciale NME-netwerken en bovengemeentelijke NME-centra. Zij vervullen een onthaalrol voor de omliggende natuur en vormen een instappunt voor de open ruimtes in de streek. Een goed voorbeeld van milieu- en natuureducatie is de uitbouw van "milieuzorg op school" (MOS). Ook buiten de schoolomgeving liggen er kansen om aan hierop in te zetten. Groen wil dat de provincies hun rol blijven spelen als de trekker inzake natuur- en milieueducatie, en daarbij ook verenigingen en gemeenten stimuleren en ondersteunen.
Kiezen voor bio-ecologische bouwprincipes en milieubewust aankoopbeheer
Architecten, aannemers en exploitanten in opdracht van de provincie maken gebruik van natuurlijke bouwmaterialen, passen energie- en waterbesparende maatregelen toe en houden rekening met een efficiënt ruimtegebruik. Ook is er aandacht voor duurzaam gebruik van materialen. Het aanmaken van een materialenpaspoort voor gebouwen, naar het idee van Tomas Rau, kan hiervoor een inspirerend voorbeeld zijn. Tot slot wordt een energiecoördinator aangesteld om het energieverbruik om te volgen en te verminderen. Ook in haar aankoopbeheer hanteert de provincie in haar bestekken strenge milieunormen. Leveranciers leveren met vervoersmodi met een lage emissie, geleverde producten voldoen aan de strengste milieunormen, het wagenpark wordt verduurzaamd en aangekochte voedingswaren zijn biologisch of fair-trade.
Dierenwelzijn
De provinciebesturen voeren een actief beleid rond dierenwelzijn. Ze zorgen voor financiële ondersteuning van dierenasielen, ze informeren en sensibiliseren burgers met specifieke campagnes (achterlaten van dieren in vakantieperiode, vuurwerk) en ze stimuleren een lokaal dierenwelzijnsbeleid (diervriendelijke gemeente).