PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Stekene 2° fase.
29 Maart 2015
Volgens de visietekst van 2009, herzien en goedgekeurd door de deputatie in 2012 zijn een aantal clusters veranderd van bestemming. Waarom deze herziening gebeurde, is niet evident, is het na consultatie van de betrokkenen? Deze herziening is duidelijk een vlek op de open ruimte. Een aantal clusters waren oorspronkelijk open ruimte en zijn omgevormd naar recreatief woongebied: De cluster B1 is een langgerekte strook tussen een natuurgebied en een bosgebied. Ten N en Z aansluitend op een woongebied. Je kan kiezen voor het natuurgebied, wat oorspronkelijk zo was, maar de deputatie kiest nu voor recreatief woongebied. Het is een keuze die je maakt. In de visietekst van 2012 wordt geen motivatie gegeven voor deze omzetting.
Ook het MER rapport verwijst hiernaar door het feit dat hierdoor een sterke barrière wordt gevormd voor een boscorridor. Een gemiste kans. De cluster D11: een zeer kleine cluster omringd door open ruimte, in bosgebied. Het gaat over 10 weekendverblijven waarvan 1 permanent bewoond, de cluster sluit niet rechtstreeks aan op woongebied maar wordt recreatieve woonzone. Het is opnieuw de keuze die je maakt. Clusters E1 en E2, minimale gebieden worden omgevormd tot recreatief woongebied, het is de keuze die je maakt. Het MER rapport pleit om cluster D 1 en D5 om te vormen tot bosgebied. Wat is de keuze van de deputatie? De cluster D5 is een grote cluster die dicht aan de grens met Nederland ligt en 2 km verwijderd van een dorpskern, sluit niet aan bij een woonlint (enkel bij zonevreemde woningen) Planologisch onbegrijpelijk terwijl dit het uitgangspunt van het provinciale RUP moest vormen Het MER rapport geeft voor verschillende clusters een negatieve tot zeer negatieve score voor omzetting naar recreatieve zone en een zeer positieve score bij omzetting tot bos. Waarom volgt de deputatie dit advies niet? Het is duidelijk, de deputatie kiest voor bewoning maar niet voor natuur, niet voor open ruimte. Het departement LNE wijst in haar advies naar het feit dat in open-ruimte-nabestemming nog bepaalde bouwmogelijkheden zijn. Dat betekend dat dit negatieve effecten heeft op landschap en natuur en dat de natuur slechts na zeer lange tijd gerealiseerd kan worden. De deputatie motiveert dat mensen die zich aan de wetten hebben gehouden in vergelijking met deze die een bouwovertreding hebben gedaan, benadeeld zijn. Dus, beste collega's, overtreedt de wet en je wordt beloond, en zij die het niet hebben gedaan worden aangezet om het ook te doen. Op de commissie wordt dit dan uitgelegd dat dit ook de kans is om bouwovertredingen in een wettelijk kader te brengen. Logisch? In Stekene hebben een aantal straten met een landelijk karakter een stedenbouwkundig voorschrift dat er een afsluiting van max. 50 cm aan de grond mag geplaats worden. Gaat dit stedenbouwkundige voorschrift ook toegepast worden , 500 m verder, in alle zones voor recreatief wonen? Het is ook noodzakelijk dat er bij bouwovertredingen een vergunning voor functiewijziging onmogelijk is. Gaat de deputatie hierop toezien? We bemerken ook dat de term "woonomgeving" ruim wordt ingevuld, zelfs bos en open ruimte krijgen deze term. In deze 2° fase van dit PRUP wordt opnieuw te weinig gekozen voor open ruimte, voor bosgebied, er wordt een hypotheek gelegd op de toekomst . De omzetting van clusters van weekendverblijven naar recreatief wonen, beloond de overtreder en de open ruimte wordt aangetast. Beste collega's, in deze tweede fase zien we opnieuw dat men kiest voor milderende maatregelingen, dat bepaalde clusters recreatieve woonzone wordt, zonder enige motivatie, dat bos en natuur niet zo belangrijk zijn. Kortom, gemiste kansen, wij gaan deze voorlopige vaststelling van het PRUP dan ook niet goedkeuren.
Riet Gillis, 25.03.2015